Impulsief

Impulsief

Impulsief

Sommige goede beslissingen neem je per ongeluk, ik tenminste.

De aanloop.

Eerst was er op De Correspondent een discussie onder het stuk Lijm en tomatensoep zijn pas het begin van het klimaatverzet. En dat is maar goed ook . Die verliep merkwaardig: soep kwam op glas, was niet erg en trouwens met de planeet is het veel erger. Niks agressie. Daarna kwam op hetzelfde forum de discussie over ‘Alle miljardairs onder de guillotine’, de titel van een interview met de schrijver van een boek met dezelfde titel. Wie dat interview leest ziet dat de titel niet de enige bedenkelijke uitlating is. Maar voor de planeet mag alles. Niks agressie. Tuurlijk zijn ze tegen geweld! Maar ja, ze kunnen er natuurlijk niet voor instaan dat anderen het wél gaan gebruiken, snap je? We moesten de agressieve taal trouwens zien als ironie, zeiden ze van De Correspondent. Nou wil de ironie dat dit ook de smoes is van complotdenker, klimaat- en Holocaustontkenner Thierry B. Moord is ook maar een mening, zoiets. Dus nee, ik snapte het niet.

Zonder toekomstgerichte vijftigplussers is Nederland verloren’ verscheen onlangs. Nou, zeiden we thuis, dat klinkt niet gek, ze hebben ons nodig. Maar deze klaagzang over de grijze golf die zo conservatief is, klonk wél gek. Niet het voorstel om jongeren vanaf 15 jaar stemrecht te geven, dat klonk best aardig. Maar ik betwijfelde of het beoogde doel -een progressief en klimaatvriendelijk beleid- gehaald zou worden. Dat vond een ander lid kennelijk ook. Die opperde om het cohort stemmers niet alleen aan de onderkant uit te breiden, maar tegelijk aan de bovenkant, ter hoogte van 75 jaar, een koppie kleiner te maken. Daar had je warempel de guillotine weer! Dit radicale voorstel werd door De Correspondent nog uitgelicht ook. Naar later bleek alleen vanwege de onderkant, maar toen was het frisse debat over de bovenkant al gestart. Als mensen eenmaal een groep tussen de kaken hebben, laten ze niet meer los: oud is rijk is egoïst is dement.

Lief L -actieve duurzaamheidswerker- is al een jaar door zijn stemrecht heen. Ikzelf -lid van twee linkse partijen- over vier jaar. Maar volgens de gegevens zijn wij op grond van onze leeftijd conservatief en geven niet om het klimaat.

Nou zal het in het echte leven zo’n vaart niet lopen, zegt de ratio. Maar bij mij dringt de emotie vaak voor. Dus verontwaardigd en bezorgd over de achteloze vijandigheid in deze kolommen de laatste maanden, speelde ik weer eens met de gedachte mijn abonnement op te zeggen. Nou moet u weten: een impulsief mens speelt en denkt met zijn handen. Mijn zelfonderzoek eindigde dus abrupt bij Instellingen/Lidmaatschap toen ik nieuwsgierig op ‘hier’ (opzeggen) drukte: geen tussenstap meer, meteen een bedankje voor mijn bedanken.

Het was niet de bedoeling, toch is het beter zo. Mijn overprikkelde hoofd en hart zijn wel weer klaar met dat laptopradicalisme.

Tot eind september mag ik me nog ergeren op De Correspondent. En zij aan mij.

En me bedenken, want impulsief blijf ik.

 

Goud

Goud

Goud

Er zijn gebeurtenissen die ondanks chaos overzichtelijk zijn: omgevallen potplant (aarde op de vloer), omgevallen koffie (bruine vlek op je kleren), omgevallen wijn (rode vlek op tafellaken, witte wijn valt nooit om), kapotte zak havermout (weinig in de zak, overgrote deel over aanrecht en vloer).

Ik zou hier kunnen pronken met koelbloedigheid en mentaal evenwicht, maar dat is niet eerlijk: het hoofd koel houden is een kwaliteit in ontwikkeling. Desondanks vind ik het bovenstaande dus overzichtelijke situaties. Waar het misgaat is duidelijk: verkeerd neergezet en verkeerde ontwerp (welke idioot bedenkt een wijde kelk op een lange steel op een minivoetje niet veel groter dan een munt en welke idioot verpakt havermout in materiaal dat al scheurt als je ernaar kijkt?) Wat je moet doen is ook duidelijk: een krachtterm naar keuze en dan gewoon opruimen en voortaan spullen wél goed neerzetten, uit een normaal glas drinken en havermout in karton kopen.

Tot zover lijkt mijn leven vrij rustig. Is niet zo.

We zijn allemaal natuurlijk een beetje opgefokt door pandemie, oorlog en tractorengeweld, ook ik.  Maar de laatste tijd overkomt het me dat ik iemand niet meer kan volgen en aan het eind van het gesprek zelfs aan mijn eigen naam ga twijfelen. Twijfelen is gezond, maar dit gaat wat ver vind ik.

Maar het vervelendste vind ik dat ik niet snap waar het misgaat tussen opinies, anderen en mijn kop. Een autistische leerling riep eens wanhopig tegen mij dat ik zijn ‘hele hoofd in de war schopte’. Ik maak me er kennelijk zelf ook schuldig aan, dus beklaag ik me met enige schroom. Afnemende helderheid wegens dementie laat ik even buiten beschouwing, maar maatregelen neem ik wel. Ik ga met opinievakantie en trek me even terug uit het publieke debat.  Ze kunnen best zonder mij, al weten ze natuurlijk niet wat ze gaan missen.

De opiniepauze zal zowel passief als actief zijn -dit is voorlopig mijn laatste blog. Ik ga meer boeken lezen. Een schrijver is geduldig en ik hoef niks terug te zeggen. Al doe ik dat laatste graag, zwijgen is goud.

 

afbeeldingen via Pixabay

Dissen

Dissen

Zeven vinkjes plus dissen

Het is natuurlijk tricky om te zeggen dat je blij bent dat je niet beroemd bent. Er staat altijd wel iemand klaar om uit te leggen dat jij dat stiekem juist heel graag wil. Maar ik ben dus blij, want nou word ik niet geïnterviewd in Volkskrant Magazine, de vrolijke weekendbijlage van mijn krant. Op grond van mijn lezerservaringen zou ik namelijk bang zijn om óók in de zeik gezet te worden door gevaarlijke vragen en stomme foto’s, alles overgoten met een knipoog, want het is uiteindelijk weekend, toch?

Maar goed, Joris Luyendijk schreef een nieuw boek, De zeven vinkjes, en daar wil hij aandacht voor en dat kreeg hij dit weekend met een interview. Snap ik, van beide partijen.

Het boek is een pijnlijke reis naar binnen over twee ongelukkige jaren in Londen bij de Guardian, inmiddels tien jaar geleden. Voor het eerst realiseert hij zich nu dat zijn zeven hoedanigheden (man, in Nederland geboren ouder(s), wit, hoogopgeleide en welgestelde ouder(s), vwo, universiteit en hetero) hem niet gingen helpen. Hij heeft zich namelijk niet leren handhaven, zoals mensen met een andere achtergrond of geslacht dat wél hebben moeten leren. En toch worden die, ondanks die krachtige kwaliteit, nog steeds niet benoemd in topfuncties, zegt Luyendijk. Dat is raar, vindt hij en daar ben ik het mee eens. Hij vertelt verder hoe het voelt als je gedist wordt. Voor de duidelijkheid: dissen is zogenaamd goedmoedig plagen, maar het ruikt indringend naar pesten en uitsluiten.

Je hoeft geen vervelend voormalig kostschooljongetje uit Engeland te zijn om iemand te dissen, laat de Volkskrant na het weekend op maandag zien. En je hoeft ook geen vinkje man te hebben. De dame van het interview gaf in het weekend de bal voor en de dame van de column schoot hem er maandag in. Ze hoefden het niet eens met elkaar af te spreken. Want zo gaat dat bij de dis-cultuur: het werkt op een onzichtbare radar. Voor wie de links niet kan openen: in het interview worden precies díe vragen gesteld over bekendheid, ijdelheid en inkomen waarop elk antwoord je kwetsbaar maakt. En de tijdens corona gewoon doorbetaalde columnist maakt daar vervolgens vaardig gebruik van door een nuchtere opmerking van Luyendijk over ontbrekende coronasteun naar haar hand te zetten. Lachen. Ze gaat niet dieper in op de inhoud van het boek, maar verschuilt zich achter een verwaand sarcasme. ‘Privilege? Duh, weet ik al mijn hele leven.’

Wij hadden het er hier thuis dus over of er niet nóg een vinkje nodig was om je in dit leven staande te houden. Ik heb er sowieso vijf (geen piemel, geen bul). Maar, zoals iemand n.a.v. mijn vorige blog over identiteiten opmerkte, ik heb een universitaire man. Ik ben destijds gewoon uit liefde getrouwd, maar in seksistisch denken is welgesteld trouwen inderdaad lucratief en ik reken hem voor deze keer goed. Zes dus. Meer dan menig ander mens, je hoort me niet klagen.

Maar.

Feit is dat zowel de universitaire man als ik er niet genoeg aan hadden om soepel door het leven te mogen gaan. We hebben eelt op onze ziel moeten kweken, net als Joris in Londen (en nu in Nederland). Want je komt zomaar iemand tegen die een beetje wil ‘sparren’, dissen, buitensluiten, pesten of zich anderszins met jou wil vermaken, al dan niet in groepsverband. Geslacht of kleur maken niet uit, het gebeurt in elke vinkjes-groep, ook onderling.

Het is de kunst om niet mee te gaan dissen en wél gevoelig te blijven. Mijn lief vindt mij overigens in bovenstaande kwestie té gevoelig…

D u n  laagje eelt toch maar. Moet maar genoeg zijn.

 

Blij Links

Blij Links

foto holdmypixels via Pixabay

Nou hoor je wel eens zeggen dat wij mensen tegenwoordig lijden onder de overdaad aan informatie. Bij het woord informatie stel ik me altijd iets nuttigs voor: hoe je een kastje in elkaar zet, hoe je een appeltaart bakt, hoe je een fietsband plakt, hoe laat je trein gaat en hoe je (niet) zwanger wordt. Met informatie hierover heb je de meest urgente zaken van het leven toch wel zo’n beetje in het snotje.

Maar nou wil het geval dat er verder nog best wel veel gebeurt in de wereld. Informatie daarover valt nog wel te verstouwen, al moet ik bekennen dat het mij niet altijd lukt om af en toe ‘nou én!’ te roepen of het stoïcijns te nemen voor wat het is -een gebeurtenis. Dus ik sta al op achterstand.

Maar al die meningen! Waarom het precies was weet ik niet meer, maar ik bedacht eens dat je als stukjesschrijver beter niet kon ingaan op de actualiteit. Ter voorkoming van wéér een mening, zoiets. Want die heeft iedereen al. Zelf lees ik graag stukjes van anderen, mening of niet. Onder sommige daarvan kun je reageren en je raadt het al: allemaal meningen over een mening. En daar hebben we dan ook weer een mening over, ik ook. Mening-aerosolen verspreiden zich als een zeker virus, welks naam ik hier niet wil noemen.

Maar goed, ter voorkoming van mentale overbelasting ga ik voortaan voor de Stoa. Stoïcijns zijn vind ik namelijk een stuk stijlvoller dan ‘nou en!’ roepen.

Zijn stoïcijnen eigenlijk wel eens blij, trouwens? Zo van dat ze met een uitgestreken gezicht zeggen dat ze enigszins verheugd zijn? Dan heb ik nog wel een weg te gaan.

Ik was namelijk niet zo lang geleden héél blij en ontroerd toen ik zag hoe ergens in de wereld op straat heel veel mensen óók heel blij en ontroerd waren omdat heel veel mensen op een normaal mens hadden gestemd. Gelukkig een beetje méér mensen dan die heel veel mensen die op een zeker persoon hadden gestemd, wiens naam ik hier niet wil noemen.

En nou komt het: die blijdschap laat ik niet vergallen door nogal wat sombere linkse kameraden van me, achter hun eeuwig halflege glazen. Ze voorspellen dat er niks van de linkse agenda terecht zal komen.

Nee, denk je? Vergeef me de stromanredenering, maar je hebt dus liever weer vier jaar een malafide topidioot die ze om te beginnen eens zijn bepotelde telefoon zouden moeten afpakken?

Mijn glas is halfvol en ik hef het bij deze.

Blij links bestaat namelijk ook.

 

 

Ophef

Ophef

Ophef (column uit 2015)

‘Hond van de koning overleden’ rolt er langs mijn scrollend oog, als ik de Volkskrant online lees.

Mijn op sensatie ingestelde geest leest trouwens eerst ‘overreden’, dát is pas nieuws, toch? En ik denk: ‘Huh? Ik dacht dat die hond met wie ik Máxima laatst in De Horsten zag lopen van háár was!’

Goed lezen, De Rijk! Ten eerste: de betreurde is gewoon in het paleis van het baasje overleden, op 17 -jarige leeftijd. Ten tweede: niet in Wassenaar, maar in Thailand, waar hij zijn leven begon als zwerfhond. Een soort American Dream, maar dan in Azië.

Nou én, zult u zeggen. Heeft de klimaatverandering behalve smeltende ijskappen nu ook komkommernieuws in de winter tot gevolg?

Ik denk van niet. De Volkskrant was vanwege de kersttijd en het nieuwe jaar druk op zoek naar nieuws waar nu eens géén stortvloed aan meningen en ruzies over kon losbarsten. Nieuws waarover we elkaar als natie nou eens níet in de haren zouden vliegen. Gewoon een nieuwtje waarover we niet binnen een mum van tijd de club ‘Oprecht verontwaardigden’ tegenover de club ‘Bezorgde burgers’ een wedstrijdje polariseren zien spelen van heb ik jou daar.

Met andere woorden: de krant wil ons even afleiden van de Zwarte-Pietdiscussie, het vluchtelingenvraagstuk, terrorisme en het al dan niet duidelijke verband daartussen.

En toen wierp de hond van Koning Bhumibol zich op als reddende engel.  En ging dood.

Ik ben er echter niet gerust op of het gaat lukken, mensen, met die afleiding. We hebben hier namelijk te maken met meningenverslaving. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe groot het aantal meningenverslaafden in Nederland is, maar de overlast is in elk geval groot. Verslaafden doen, zoals u weet, echt álles om te kunnen scoren. En als ervaringsdeskundige – wel aan het afkicken, hoor – zie ik in dit Volkskrantberichtje toch weer enorme risico’s voor hooglopende discussies.

Te weten, in willekeurige volgorde:

  • het koningschap, hier ten lande, in Thailand en elders, met de onderlinge betrekkingen tussen die kliek monarchen die niet democratisch te controleren zijn;
  • ontwikkelingshulp die natuurlijk weer verkeerd terecht komt – Thailand is toch zo’n arm land en kijk nou eens waar dat geld terechtkomt, terwijl míjn hond gewoon in een eengezinswoning moet doodgaan;
  • het plaatsen van dit nieuws in een kwaliteitskrant als de Volkskrant – ik had van mijn krant beter verwacht, als het nou de Telegraaf was geweest;
  • stuitende hypocrisie – diplomatieke betrekkingen onderhouden met landen waar één hond voorgetrokken wordt en het beter heeft dan andere honden. En dan mensen.

De Mening eindigt natuurlijk met De Verzuchting.

Vink hier aan wat voor u het meest van toepassing is. Het komt allemaal door:

☐ de banken

☐ de godsdienst

☐ het kapitaal

☐ seksisme

☐ racisme

☐ egoïsme van de mens

☐ ongelijkheid in de wereld

☐ domheid van anderen

☐ het klimaat

Dat laatste is het wat mij betreft, want ik word best wel chagrijnig van rotweer en dan is de wereld ook meteen verrot. Maar misschien valt het mee met ‘de ophef’ en blijft het verder gepast stil rond de overledene.

Mijn goede voornemen voor 2016 is om nu verder af te kicken van het fabriceren van allesomvattende meningen die andere meningen uitsluiten.

Een hele uitdaging voor een blogger, ja. In 2017 laat ik me testen of het gelukt is. Door u.

In ieder geval een vreedzaam 2016!

 

 

 

Media

Media (column uit 2015)

De vakantie is voorbij, komkommertijd ook.

Jammer: op tv geen Zomergasten meer, geen praatprogramma’s waar de tijd wordt genomen voor gesprekken, los van de waan van de dag.

 

Het politieke reces is namelijk ook voorbij.

In de talkshows en nieuwsrubrieken zien we straks weer de spelers flitsen en blitsen. Of verkreukeld worden.

Format? “Politieke gast, je krijgt tien minuten!” (Inclusief twintig onderbrekingen door de interviewer.)

 

Er valt natuurlijk een hoop kritiek te leveren op politici. Naast de noodzakelijke ambitie zijn ijdelheid en pretenties hen niet vreemd. Maar omdat de dames en heren kritische journalisten daar ook geen gebrek aan lijken te hebben, moet ik naar een spel om het spel kijken. Een soort Wordfeud ( =woordvendetta). En niet voor de lol, in ieder geval niet voor de mijne.

 

Sommige ‘anchors’ lijken een roeping te hebben, een beetje als Jomanda -het spirituele medium uit Tiel. Deze geroepenen uit Hilversum zien zichzelf als ontmaskeraars van het Haagse wereldje. Alsof het daar louter leugenaars en bedriegers zijn.

Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat Twan Huys in College Tour beleefder was tegen crimineel Willem Holleeder dan tegen politicus Diederik Samsom.

 

Dat de kijkcijfers stijgen naarmate de uitzending spannender wordt -d.w.z. de politicus wordt zó vaak in de rede gevallen dat hij daarna rijp is voor stottertherapie- is niet de bedoeling natuurlijk. Dat is slechts een aangename bijkomstigheid.

 

Biologie kent ook media, lees ik op Wikiweetalles. Daar zijn het voedingsbodems ten behoeve van een bacteriecultuur: een lauw stukje kipfilet met salmonella, bijvoorbeeld.  Word je doodziek van.

 

De relatie media en politici wordt ook wel eens een moeizaam huwelijk genoemd: ze kunnen niet zonder en niet met elkaar.

 

Ik hoop tóch dat het uitgaat tussen die twee. Word er doodziek van.