Cancel culture vertalen is een uitdaging, maar met ‘uitschakelen’ kom ik een heel eind. Bedoeld wordt de verkeerde gewoonte om niet met elkaar in debat te gaan over onwelgevallige gezichtspunten en uitlatingen, maar de spreker als ‘overtreder’ uit te schakelen.
Het overkwam in de VS een sportcoach dat hij ontslagen werd omdat hij in de kleedkamer meezong met een tekst waarin het n-woord voorkwam. Was de man zwart geweest, had hij er nog gewerkt.
Gelukkig is het, zoals columnist Elma Draijer in de Volkskrant van vrijdag 12 februari zegt, in Nederland beter gesteld wat betreft die doorgeslagen uitschakelcultuur, maar laat ze dan zelf ook niet overdrijven. Want wat is hoogleraar rechtsfilosofie Kinneging nou werkelijk ‘overkomen’, zoals Draijer het noemt? Hij heeft zijn baan nog en hij heeft na een klachtenonderzoek -waarbij vier klachten gegrond verklaard werden- met zoveel woorden te horen gekregen dat hij zijn fatsoen eens moest houden. Nou én? Dat mocht wel eens gezegd, toch?
Het is Elma Draijer wel toevertrouwd de man er even inhoudelijk van langs te geven wat betreft zijn patriarchale denkbeelden over man-vrouwverhoudingen en ik ben het hartgrondig met haar eens. Alleen, niet de inhoud of de politieke kleur van de professor stonden ter discussie, maar zijn gedrag tegenover studenten. Draijer adviseert ze ‘uit de zandbak te klimmen’. Heeft ze ook zo’n advies voor Kinneging? Hij is niet de enige man met een goed betaalde baan die met een agressie-regulatie-probleem in zijn puberteit is blijven hangen. Met rechts of links heeft dit trouwens niks te maken, maar alles met geldingsdrang en misbruik van een ongelijke machtspositie. Dat is fnuikend voor goed onderwijs, in iedere geval voor de sfeer. Of moet een student die tijdens een college over de seksuele symboliek van Roodkapje en de Boze Wolf van de professor te horen krijgt “ik doe alsof ik verliefd op jou ben, maar eigenlijk wil ik alleen maar met je naar bed” niet klagen bij de decaan? En gewoon antwoorden “vergeet het maar, professor, kansloos met uw Kleine Duimpje”? Niet iedereen is zo ad rem, ik verzin dit tenslotte ook maar thuis op de bank, maar mijn vraag is: moeten we dat wíllen? Uit de zandbak klimmen en je invechten in een erotisch machtsspelletje terwijl je potdorie gewoon colleges rechtsfilosofie wil volgen?
In onze ijver om uitschakelcultuur aan de kaak te stellen, moeten we niet blind worden voor lui die door hun machtspositie altijd weer wegkomen met onfatsoen.
De professor heeft te horen gekregen dat er wat zijn fatsoen betreft nog ruimte voor ontwikkeling is. Dat is niet zielig. Aan de decaan van de faculteit de schone taak om dit vermeende slachtoffer van uitschakelcultuur uit de zandbak te helpen om op een volwassen manier te gaan lesgeven.