Identiteiten

Identiteiten

Identiteiten

Sinds enkele medelanders -die zichzelf gekleurd en mij wit wensen te noemen- hun mondje stevig roeren, hoorde ik over identiteit. Ik had er nooit lang over nagedacht, vraag me niet waarom. Volgens hen ging het daarvoor te goed met me. Sinan Çankaya schreef er een boek over, ‘Mijn ontelbare identiteiten’. Aanrader, je moet alleen wel kunnen tegen die storende sociologenpraat, tussen de mooi geschreven verhalen over zijn leven als migrantenkind door.

Afijn, sinds enkele jaren ben ik me dus ook bewust van mijn identiteiten, al dan niet toebedeeld en inclusief kwalificaties. Gaat ie.

Ik ben vrouw (emotionele zeurkous), wit (geprivilegieerde kolonialist), hoogopgeleid (weet niks van het echte leven), welvarend (verwend) en ik woon gezien de woningnood in teveel vierkante meters (egoïstisch), zeker voor een bejaarde (nóg egoïstischer). Over dat laatste: ik ben héél duur voor de samenleving, omdat ik natuurlijk weer niet gezond geleefd heb en daar draait de jonge belastingbetaler nou voor op. Tot overmaat van ramp laat ik ook nog een grondig verpest klimaat achter.

Ouder worden is al niet leuk, maar om nou de schuld te krijgen van alles wat er ondanks alle inspanningen mis is, voelt niet zo…eh…leuk, dus.

 

Zo zie je, Çankaya, dat de vijandigheid jegens al míjn identiteiten ook aardig kan oplopen. Ik reken de laatste tijd bij de Leuk-Leven-kassa regelmatig een hoger bedrag af dan mijn incasseringsportemonnee eigenlijk bevat.

 

Wie drijft die prijzen eigenlijk zo op?

Wij allemaal, vrees ik.

Ik moet me zelf ook beheersen. Bijvoorbeeld om die planeetdepri’s, ratioadepten, boos gekleurde betweters en koosjere vierkante metertellers niet allemaal in een hok bijeen te drijven en door de tralies heen de vraag toe te schreeuwen wat ze zélf eigenlijk doen voor een leukere wereld, behalve een ander de schuld te geven dan. En of ze niet vinden dat het bij een gezond leven hoort om regelmatig kritisch naar jezelf te kijken. Kritisch, maar vooral ook mild, want het schijnt dat je dan ook wat milder naar ‘De Ander’ gaat kijken.

Maar van deze onbeheerste plannen van mij komt natuurlijk niks en dat is maar goed ook. Dus spreek ik kritisch tot mezelf (‘niet overdrijven’) en mild (‘kan me wel voorstellen dat het je af en toe tot hier zit’) en dan word ik wel weer een beetje milder tegenover de anderen. Ach, ben nooit zwart geweest natuurlijk, maar wel jong en op de barricade. Toen was ik misschien ook niet altijd even leuk. Van die barricade krijgen ze me overigens niet weg, leuk of niet leuk.

 

Ali Nee

Ali Nee

Officieel weten we natuurlijk nog niet of de aanklachten van intimidatie en misbruik in Voicegate terecht zijn. Laten we het dus maar over de misbruikende machtige medemens in het algemeen hebben. Dat bruggetje durf ik wel aan. Als straks blijkt dat alles op een pijnlijk misverstand berust en er een hele groep juist zo hulpvaardige amusementswerkers voor het leven getekend is, dan zeg ik wel sorry, zo gebeurd.

Wat mij altijd opvalt bij beoefenaars van seksueel gedrag dat alleen maar leuk is voor degene die het beoefent, is individuele onmacht. Ook buiten de showbizz. “Sorry, schat, het was sterker dan ik”, zegt de overspelige tegen de monogame partner. “Het keek zo geraffineerd, ik moest wel”, zegt de pedofiel. Het overvalt de seksbeoefenaar kennelijk. Alsof er per ongeluk een natte scheet in de broek zat. En ik maar denken dat een mens controle had, ook over zijn seksuele impulsen.

Soms blijkt pas hoe hulpeloos beoefenaars zijn, als ze opgesloten worden voordat ze voor de rechter moeten komen nadat er een kinkje in de kabel is gekomen. Dan zijn ze liever dood dan te moeten erkennen dat ze onmachtig waren om een normaal, fatsoenlijk seksleven te leiden, waar anderen geen last van hebben.

Heel Holland Bakt er niks van en in de rest van de wereld is het al niet anders. Oké, niet iedereen en het zijn ook niet altijd mannen. Maar er zijn kennelijk veel mensen die tijdig hulp nodig hebben, ten bate van anderen. Liefst hulp van buitenaf. Want onmacht en hulpeloosheid geheim houden en je met hard werken in een machtspositie wurmen om ongestoord je gang te kunnen gaan is de verkeerde zelfhulp. Dan kun je wachten op dit soort problemen. Maar ja, mensen zien niet makkelijk in dat ze hulp nodig hebben om een leuker mens te worden, voor een ander wel te verstaan.

Ik zou graag met een oplossing komen, maar ik weet het even niet.

Ja, opgeblazen ego’s doorzien en goed in de gaten houden, verder kom ik niet.

De noodoplossing moet nog maar even van kracht blijven: keihard ‘nee’ schreeuwen als het weer eens zover is.

Net als bij honden.

 

Afbeelding: Pixabay

Doorsturen? Selecteer en kopieer deze link: https://www.maaikederijk.nl/2022/01/21/ali-nee/

Petitie medeondertekenen? Kopieer deze link en zet hem in je adresbalk: https://campagnes.degoedezaak.org/campaigns/wij-kijken-niet-meer-weg?utm_campaign=PjSROtB6H8&utm_medium=facebook&utm_source=share&fbclid=IwAR2CkYL8mJuCXQDpXuvtHHxrLBw5IcsiBqBhmoC_8VMsns7bx-VEmD0PUbE

 

Vitamine L

Vitamine L

Vitamine L

Diagnoses op het gebied van ontwikkelingsproblemen van kinderen kunnen heel nuttig zijn. Jammer van de gedachte dat ‘de patiënt’ dan voortaan in een hokje blijft en met een etiketje op het voorhoofd door het leven moet. Dat is niet zo: kinderen worden behandeld en de kennis om dat goed te doen wordt steeds groter.

Het probleem zit bij dát deel van het publiek dat een etiketje op een kind ziet en zonder enige kennis van zaken een oordeel velt, variërend van ‘modeziekte’ en ‘onzin, gewoon opvoeden, geef ze maar even aan mij’ tot ‘zielig’. Dat maakt dat een ander deel, niet zelden de naaste van een kind, gaat twijfelen aan de zin van een diagnose. En daarmee het kind en zichzelf een behandeling ontzegt.

Het valt, weet ik uit ervaring, natuurlijk niet altijd mee om die gemêleerde groep kinderen met normale eigenschappen -maar dan in het kwadraat- een beetje in balans te krijgen, zodat het voor iedereen en vooral voor henzelf wat leuker wordt allemaal. Maar ik had een verstandige collega, toen ik in het speciaal onderwijs werkte. Als we elkaar aankeken omdat we het even niet meer wisten, zei ze ‘ach, wat ze nodig hebben is gewoon vitamine L, dat doet wonderen’.  En zo was het en zo is het.

Misschien handig om te vermelden dat de L voor liefde stond. En staat. Maar ik ben genoodzaakt hierbij te vermelden dat wij ons er destijds  niet even van afmaakten door met onze handen een hartje te vormen. En dat we ook niet -kritiekloos- in het gezelschap verkeerden van mensen die de woorden liefde en vrijheid meenden kracht te moeten bijzetten met fietskettingen en startkabels om het bevoegd gezag te meppen. Die wekelijkse kapers van de liefde, daar heb ik het inderdaad over.

Voor de goede balans slik ik nu ook een beetje Vitamine Z (=Zijn ze nou helemaal belazerd).

Ik ken ze niet persoonlijk en het zal allemaal wel weer heel goed bedoeld zijn van deze zelfcentrale medemens, maar voorlopig neem ik mijn vrijheid om te bedanken voor hun liefde. Ben al voorzien.