Verwachtingen
Vlak voor het feest van het licht, waren wij aan de beurt, Lief L. en ik. In die volgorde, twee dagen ertussen. Vijf maal in de rij voor een vaccin kon niet voorkomen dat een zeker virus zich comfortabel nestelde in ons systeem. We wisten natuurlijk wel dat dat kon. ‘Niet de vraag óf, maar wanneer’ had onze huisarts nog gezegd. Ik ben dan zo eigenwijs te denken dat ik de uitzondering ga zijn.
Twee rode streepjes dus.
Eigenlijk was ik daar ook wel weer een beetje trots op: nou hoorde ik er helemaal bij. En je krijgt dankzij zoveel prikken de thuisversie, toch? Paar dagen snotteren, of zelfs helemaal niks merken. Toch?
Oké, de thuisversie was het, we hoefden niet aan de zuurstof. Maar ik vond het niet smaken naar Corona light. We werden best wel ziek. En chagrijnig. Zoals je de pest in hebt als een aankoop tegenvalt: dát hadden we toch niet besteld?
Bovendien bleek ik een tweede verwachting te hebben: ik zou sneller herstellen dan mijn lief.
Was ik wel even vergeten dat hoesten mijn specialiteit is, en dus de achilleshiel. Feitelijk hoest ik vanuit de tenen, maar oké, zo is nou eenmaal die zegswijze.
Een korte verhandeling over hoesten: het is eenrichtingsverkeer, je kunt alleen uitademen.
Een wat langere verhandeling: in het normale hoestleven kun je de toestand onder controle houden door ontspanning en daardoor verbreding zodat er weer twee ademrichtingen benut kunnen worden. Essentieel voor het vervolg van je leven, toch? Zo niet bij corona.
Dus nu een verhandeling over corona. In het dna verankerd zit een in-en-in slecht karakter: de droge keelkriebel. Die het hele luchtwegensysteem tot in de diepste diepte activeert tot het nat is. En blijft. Overdag nog te doen, voor ervaren hoesters. Maar ’s nachts niet. En eigenlijk valt het overdag ook niet mee.
Enfin, we zijn inmiddels bijna vier weken verder. Besmettelijk zijn we niet meer, maar iedereen deinst nog achteruit, vooral bij mij.
Verwachtingen durf ik niet meer te hebben, maar het zal in 2023 wel overgaan.
Verwacht ik.
Toch?