Tijdens het lezen van de papieren krant snel even met je ogen naar de rechterbovenhoek gaan, om te kijken hoe laat het is.
Een handgeschreven brief in een tastbare envelop, voorzien van een gelijmde postzegel, op de ijzeren bus posten, naar huis teruglopen en 10 minuten later je e-mail checken of er al antwoord is.
Is het u al overkomen? Mij wel. Tempomanisch Schermzuchtsyndroom. Gevolg van Chronisch Digitalisme.
Verslaafd? Nee hoor.
Want ik ben niet zoals levensgezel L. Die doet luidruchtige computerspelletjes tijdens zijn stille overpeinzingen (en maakt peinzen daarmee voor mij onmogelijk). Neemt Wordfeudfoontjes aan en beantwoordt die midden in een livegesprek met een interessant mens – met mij dus.
Helaas, ik moet bekennen (‘Hallo, mijn naam is Maaike en ik ben twitteraar’) dat ik mijzelf nog niet zo lang geleden op probleemontwijkende smoezen betrapte, in de trant van ‘Ik twitter alleen onder de afzuigkap’ of ‘Ik twitter alleen op feestjes en dan maar twee, hooguit drie tweets.’
Niet dat blauwe rotvogeltje was gekooid, dat was ík. Gestopt dus, nou die andere troep nog.
Uit de verslavingszorg weten we dat je eerst je verslaving moet onderkennen voordat je er wat aan kan doen. Stap twee is: wat zoek je?
Twitter, Facebook, RunderVink en al dat andere lekkers, het zijn alleen maar de verleidelijke vormen. Het gaat om de content hè, zoals dat tegenwoordig heet, de inhoud van het verlangen. Toch?
Ik stelde mijzelf de vraag wat een normaal gezond mens als ik, met één zwak plekje, op internet te zoeken heeft, en maakte daartoe een lijstje van mogelijkheden: informatie (écht?), verstrooiing, moment voor jezelf, sensatie, rust, troost, verdoving, herkenning, erkenning, humor, je mening geven (jazeker!).
Nou, ik scoor op alles. Er is voor mij geen hoop.
En met dit schrijven blijk ik ook nog eens een dealer te zijn. Voor u. Sorry.
(Hunker naar een reactie.)