Verward

Verward

Verward

En nu, dacht ik na de verkiezingen. Ik zeg niet ‘na deze uitslag van de verkiezingen’. Want verkiezingen zijn sowieso wel een dingetje voor me, al lang. Ik heb geen alternatief, wel een leerzame aanvulling die we eens zouden moeten proberen. Bijeenkomsten van gelote burgers, die heus niet allemaal behoren tot de onpopulaire ‘elite van goedwillende burgers met een naïef idealistische inslag’.

Want dat is nu juist bij loten het idee: dat weten we niet van elkaar. De traditionele indeling links/rechts vervalt, de generaties zijn evenredig vertegenwoordigd, afkomst ook. Het is wie er aan de oproep gevolg geeft en als dat alleen maar een bepaald type burger is, dan is dat maar zo. Ongehoord Nederland, je pakt je kans of je pakt hem niet, daarmee ben ik gauw klaar.

In die bijeenkomsten krijgen burgers de tijd, gelegenheid en informatie om over een onderwerp wat langer na te denken dan de vraag op welke aantrekkelijke lijsttrekker en slogan ze zullen gaan stemmen. Ze leren te overleggen in plaats van te overtuigen. En dat die ander niet per se je vijand is die jou wantrouwt en dat jij dat dan ook maar gaat doen. In sommige gemeenteraden functioneren op die manier politieke partijen redelijk met elkaar. Dus het kan wel. Ja, ik pik even Jettens leus, hij had hem per slot ook gepikt.

Maar veel van zulke leerzame bijeenkomsten voor de burger zijn er niet, dus blijft de vraag na elke verkiezing ‘en nu’.

Daarover ben ik verward en met mij velen. Nou ja, op Bluesky denk ik dat dan te zien. Het punt voor mijn partij is: gaan we principieel met schone handen en een zuiver geweten in de oppositie of nemen we weer het risico om door een VVD -nog onbetrouwbaarder dan eerst- met boter en suiker te worden ingemaakt? Als we meedoen, werpen we mogelijk een blokkade op tegen extreemrechts, maar omdat het ook in de VVD sterk naar populisme ruikt, mislukt die blokkade mogelijk. Bovendien wil de goedgeklede influencer die daar danst op twee verloren zetels -ik zei het toch- niet met ons dansen.

Misschien moeten we maar gebruik maken van die opstandige houding en niet meedoen. Zo van oké, dan niet. Of hopen dat er een coalitie zonder de VVD wordt gevormd, met een regeerakkoord waar normale politici wat mee kunnen.

D66, ik hoorde het je zeggen: het kan wel. Laat maar zien dan.

 

Afbeelding van Greg Montani via Pixabay

Bescheidenheid

Bescheidenheid

Bescheidenheid

Na het schrijven van de titel, bleef de pagina urenlang leeg. Nou is het zo dat ik ook mezelf niet spaar, als ik babbel over menselijk gedrag, maar een blanco blog inleveren vond ik dan wel weer erg bescheiden. Dus aan de slag.

Ik las de wikipagina (waar het eindelijk is doorgedrongen dat ik veertien dagen geleden vaste donateur ben geworden en al veel langer verlost had moeten zijn van die onbescheiden bedel-pop-ups, maar dit terzijde) en daarna een artikel in Psychologie, met verwijzingen naar boeken en bronnen (las ik niet).

Niet dat ik er nou alles van af weet, maar het viel me op dat bescheidenheid als overlevingsstrategie niet werd genoemd. Dus in die leemte ga ik nu even voorzien, want ik heb een echte aanrader ontdekt.

De noodzaak voor de strategie kan ieder zelf wel bedenken, ik neem tenminste aan dat ik niet de enige ben over wie het leven en alle ellende in de wereld ongevraagd heen spoelen.

Nou is het niet zo dat ik hier een pleidooi voor nietsdoen of wegkijken ga houden. Maar ik lijk (en ik zie het bij menig ander ook) een veel te grote invloed te willen hebben op hoe het gaat en dus gaat het dan juist niet.

Nou, komt ie: ik stel mijn doelen wat bescheidener. Die zag de lezer wel aankomen, denk ik. Maar nu het beeld van de eigen capaciteiten, dat wordt wat lastiger bijstellen.

Vanwege een nijpend gebrek aan simpelheid van het leven en dat van mij in het bijzonder, praat ik regelmatig met een lieve psycholoog. Zo maakte ik kennis met het begrip post-traumatische groei, toen ik vertelde hoe het leren omgaan met ziekte mij ook hielp om te dealen met andere zaken, zoals de wereld, ik noem maar wat.

Groei is leuker dan een stressstoornis, dus die houden we erin.

Nou ga ik hier natuurlijk niemand aanraden om een kloteziekte te krijgen, maar menig lezer wordt een dagje ouder en dan kom je al een heel eind met onomkeerbaarheid en beperkingen, toch?

En elke lezer heeft een paar scholen meegemaakt, wat ook geen kattenpis is tussen al die ambities, pretenties en (in)competenties.

Daarom, in alle bescheidenheid: ken je zelf, doe wat je kan, dat is dus niet zo veel, hooguit af en toe een tandje bijzetten. En wees daar vooral tevreden mee. Je staat er namelijk niet alleen voor.

 

 

 

 

 

Afbeelding van Erika Varga via Pixabay

 

 

Donker verleden en heden

Donker verleden en heden

Donker verleden en heden

‘Valt wel mee, toch?’ is niet altijd een verstandige houding t.o.v. wat er nu aan het gebeuren is, bedacht ik, toen ik het boek uit had.

Ik las ‘Waar ik me voor schaam’ van Sheila Sitalsing, een aangrijpend relaas van de zoektocht die zij samen met andere nazaten ondernam na de schokkende ontdekking dat haar moeder tijdens haar leven nooit heeft verteld dat zij het (enige) kind van twee actieve NSB-ouders was, vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Twee klappen ineen om te verwerken: het zwijgen van je moeder én het foute verleden van je grootouders. In elf wenken neemt zij de lezer mee, om in de tiende en elfde wenk te zeggen: ‘vertel het door en waarschuw’ en ‘je hoeft geen sorry te zeggen maar je kunt wel rekenschap afleggen’. En, zeg ik dan, dat waarschuwen geldt niet alleen voor nazaten, maar voor iedereen die zich nu zorgen maakt over democratie en rechtstaat.

Trouwens, misschien ben je wél een nazaat, zonder het te weten. Ik wist het in elk geval wel, veel familieleden niet, bleek onlangs. Van de NSB-broer van je (jonggestorven, biologische) oma ben je geen directe nazaat eigenlijk, maar het is wel familie, dus een strenge genen-denker kan nu met andere ogen naar mij, naar ons kijken. Oké dan. Dat was -voor zover ik me kan herinneren- ook wel zo’n beetje mijn reactie toen mijn moeder het mij als kind vertelde: Oh. Er werd in de familie niet meer over gepraat, zei mijn moeder en er was geen contact meer met de oom en zijn familie. Oh.

Onlangs dus bleek -tot grote schrik van familieleden- dat mijn moeder één van de weinigen, zo niet de enige was, die ‘het geheim’ een generatie doorgaf. Sommige geheimen waren niet aan haar besteed en daar ben ik wel blij mee. Al heb ik het er als kind en ook later nooit meer met mijn moeder over gehad en dat vind ik nu wel jammer, na het lezen van Sitalsings boek. Mijn vragen zijn minder urgent dan de hare, maar ik heb ze nu wel.

Sitalsing bespreekt ze met wat zij liefdevol haar ‘pubers met de bruine krullen’ noemt, ook nazaten. Hun onbevangen meningen over ‘die opa van jou’ klinken mij enorm helpend en nuchter in de oren.

Over wenk 10, ‘vertel het door en waarschuw’: ik ben geen aanhanger van het waarschuwende ‘de geschiedenis herhaalt zich’, want er zijn altijd verschillen. Maar let wel op dat het niet weer de verkeerde kant opgaat, ook en misschien wel juist als de wereld er anders uitziet dan vroeger.

En lees het boek! https://www.debezigebij.nl/boek/waar-ik-me-voor-schaam/

 

 

Afbeelding van congerdesign via Pixabay

 

Middelpunt

Middelpunt

Middelpunt

Ik weet nog hoe ik me voelde, toen ik rond 1980 mijn lidmaatschap van de PvdA opzegde: boos en verdrietig. Het was immers de partij van mijn ouders, die beiden politieke bestuurders waren geweest. Dus ik snap misschien een beetje hoe Gerdi Verbeet zich nu voelt. Al kan ik me niet herinneren of ik voelde dat de partij zich “van mij had verwijderd”. Een partij is dynamisch en dat hoort ook zo. Ik verliet hem destijds overigens omdat ik het een hiërarchisch, door een paar partijtijgers gedomineerd log bolwerk vond.

Ik was nooit een middelpunt in de partij, ook later niet, toen ik weer lid werd. Dat was de bemanning van Gerdi’s Rood Vooruit wel. Klachten over een gebrekkige ledendemocratie heb ik tijdens het bewind van de kameraden van hun kant nooit gehoord, trouwens. Misschien kwamen ze er nou zelf ook achter hoe het is om een minderheidsstandpunt in te nemen. Niet getreurd, want Rood Vooruit wist de weg naar de media erg goed te vinden. Daar werd met name aanstaande fusiepartner GroenLinks lekker zwart gemaakt. De rode makkers hebben zich zo bij sommigen niet populair gemaakt en dat merk je op zo’n congres. Nou is boegeroep verkeerd. Maar de Gerdi-fans lieten zich ook niet onbetuigd en er werd door het presidium wel degelijk wat van gezegd. De grootste ordeverstoring kwam trouwens van een Rood Vooruit-aanhangster in de zaal die -zonder microfoon dus onverstaanbaar- maar bleef schreeuwen.

De motie Piri over een heikel onderwerp, het hardvochtige oorlogsbeleid van Israël, en het tumult daarover kwamen als geroepen om het naderende afscheid een dramatisch tintje te geven: de vermeend links-radicale populistische elementen van GroenLinks kregen natuurlijk weer de schuld. Alsof het in de PvdA niet al langer een teer onderwerp was. Alsof er niet tot tweemaal toe minstens honderdduizend anonieme Nederlanders van alle gezindten de straat op waren gegaan.

Gerdi Verbeet is in hetzelfde jaar als ik van de productieband gerold. Ik weet wat het is om ouder te worden. Je neemt afscheid en moet dingen loslaten. Dat kost mij in stilte ook wel eens een traantje. Maar laat het daarbij, Gerdi, en zoek daarna niet wéér de media op, tegelijk met je ontslagbrief aan het partijbestuur met een cc aan NRC. Of was het andersom?

Bevoorrechte mensen klagen over onrecht als ze een keer met gelijke behandeling worden geconfronteerd.

Als je als senior met alle egards wil worden behandeld, moet je niet zelf mensen zwart maken.

 

 

Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay

Politieke partijen en zo

Politieke partijen en zo.

Dat ik me nog eens zorgen zou maken over de VVD!

Yesilgöz is bezig, meer nog dan Rutte destijds, het liberalisme de nek om te draaien.Het is niet zozeer dat ik me zorgen maak over het voortbestaan van de VVD als partij, maar over het voortbestaan van liberalisme. Deze oude pijler in onze democratie wordt zo vervangen door arrogant en elitair populisme.

Er gaan naar verluidt binnen de VVD wel stemmen op tegen de koers en het leiderschap van Yesilgöz. Natuurlijk is er moed vereist om in deze tijd een leider met een vlotte omwegbabbel te wippen. Ik acht haar nog in staat om eventueel zetelverlies recht te breien als feitelijke winst.

Ik zou de VVD echter een Bontenbal gunnen. Het CDA is net als de VVD mijn politieke keuze niet, maar ik zie het tegendeel van een onbetrouwbare gladjanus, transparant als hij bijvoorbeeld is over twijfel en morele dilemma’s.

Daarentegen gaat Yesilgöz politieke debatten op inhoud nooit aan, elk woord staat slechts in dienst van de volgende opiniepeiling. Wilders moet er stilletjes gek van worden dat iemand hem zó schaamteloos imiteert: lekker liegen over de ‘radicale’ elementen in GroenLinks die ervoor zouden zorgen dat kiezers door de fusie weggejaagd worden. Nou, áls ze al weggaan, is het omdat ze opgestookt worden. Zo werkt populisme namelijk.

Dat framen van mijn GroenLinks doen de Rood Vooruit-kameraden uit mijn PvdA ook, tot mijn verontwaardiging. Het is dat het maar een klein sneu clubje is met zelf een weinig glorieus sociaaldemocratisch verleden. Ze slaan in de partijdemocratie geen deuk in een pakje boter, en  je zou toch mogen verwachten dat ze zichzelf eens op het grijzende koppie zouden krabben als je dezelfde taal gaat uitslaan als Yesilgöz en Wilders.

Mijn eigen koppie wordt ook steeds grijzer, maar ik vind dat de jonkies van RoodGroen het goed doen: nu doorpakken en online stemmen over de fusie. De uitslag was echt niet anders geweest als er op het congres van 21 juni of nog pakweg een jaar of twee over vergaderd was. Dat is jammer voor de minderheid, maar zo werkt de partijdemocratie nou eenmaal.

Ik schat de waarde van een live-congres op waarde, hoor: niks gaat er boven een evenement waar mensen elkaar formeel en informeel spreken. Daar is nu op 21 juni meer tijd voor, omdat 12 juni officieel al bekrachtigd is wat iedereen al wist: slechts een kleine minderheid is tegen een fusie van GroenLinks-PvdA. Aandacht voor hun sputterende stem inclusief dreigementen is er voldoende geweest, vooral in de media. Dat hoef ik op een congres echt niet nog eens te horen. Aan een eventuele sociaaldemocratische splinterpartij heeft een kleine minderheid van de leden misschien behoefte. Van de kiezers weet ik dat niet, maar de geschiedenis leert dat splinters niet uitgroeien tot vruchtbare bomen. Dus bespaar je de moeite, Rood Vooruit.

 

 

Afbeelding van Clker-Free-Vector-Images via Pixabay

 

 

Chaos en Vrede

Chaos en Vrede

 

Ik keek rechtsboven in de hoek of ik al naar mijn afspraak moest. Maar mijn papieren logboek werkt zo niet.

Ik bedacht dat dit misschien het moment was om mijn gedachten weer eens aan het toetsenbord toe te vertrouwen. Dan neem ik als onderwerp niet mezelf, maar gewoon weer de wereld.

Na ruim een jaar logboek schrijven, omgaan met ouder worden, medisch gedoe, conditie op peil houden, de chaos omarmen, lezen en het nieuws volgen, blijf ik dat maar doen. Want dit is mijn leven en er zit niks anders op: kijk, jonger word je niet, gedoe doet toch wat het wil doen, bewegen is leuk en lezen ook.

Alleen dat nieuws, hè? Omarm de chaos, zeggen ze maar de chaos van de wereld is te groot om te omarmen. Dus daar moet ik nog wat mee.

 

Ik denk dat ik het maar eens ga aanzien met mijn armen over elkaar.

De enige actie die ik nog wil ondernemen op wereldgebied is een vredesdemonstratie. Als die tenminste niet gekaapt wordt door radicale pro-klimaat- en pro-Palestina-activisten.

 

Want wat is dat toch? Wat heeft het klimaat in godsnaam te maken met de ellende in het Midden-Oosten?

Je kan toch ook bescheiden solidair met elkaar zijn?

Met de Rode lijn demonstratie van 18 mei had ik overigens graag meegelopen, maar het paste niet in mijn herstel van een fysieke dip. De demo had een duidelijk doel (slap kabinet aan het werk zetten) en er waren weinig pro-Palestina-schreeuwers, prima.

Over die pro-Palestinaclub: ik vind alle ondemocratische politieke leiders in het Midden-Oosten een stelletje criminele klootzakken. Ze voelen zich stiekem helemaal senang met elkaar als vijand en hebben nul consideratie met de eigen burgers.

Maar als je nu, in de rest van de wereld, als reactie daarop zonder meer pro-Palestina bent, dan hou je toch die rot oorlog in stand? En als je zonder meer pro-Israël bent toch ook?

Het gaat alle machthebbers daar pijn doen, maar er moeten twee staten komen. Punt. Een ‘historisch rechtvaardige’ vrede voor wie dan ook is een illusie en een degelijk twee staten vredesbestand is dat niet. Punt. Een punt op de horizon, dat snap ik ook wel, maar toch. Tot die tijd de oorlogscriminelen en terroristen als zodanig benoemen. En aanpakken. En niet piepen over ‘aan de goede kant van de geschiedenis willen staan’. Het is al de vraag of die goed definieerbaar is, maar mijn grootste bezwaar is dat het niet hoort te gaan over morele posities van individuen. Er bestaan collectieve mensenrechten en collectief oorlogsrecht, voor iedereen. Dáár moet het over gaan.

 

 

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay

Logboek

Logboek

Logboek

Mijn lief en ik strekken onze stramme ledematen met een wandeling in ons dorp. En rusten uit in onze koffietent. Hij gewoon koffie met appeltaart en ik bananencake en cappuccino havermelk. Schaamteloos, dat laatste. Om niet te zeggen: met een middelvinger.

De linkse havermelk-elite wordt na de verkiezingsuitslag extra belaagd en als ik belaagd word, word ik opstandig.

Als links-elitaire moet ik namelijk de hand in eigen boezem steken. Nou, dan krijg je bij mij dus dit: er komt een hand met een middelvinger uit.

Niet dat ik niet naar mezelf wil kijken, integendeel, dat doe ik al mijn hele leven. Te veel, misschien. Want je moet natuurlijk ook tijd overhouden om kritisch naar anderen te kijken. Ik ben namelijk niet de enige die iets fout doet. Af en toe moet je dus je normale instinctieve reactie toelaten: ‘ja doei, ik ben je malle miepie niet’.

Nou, zulke en vele andere gedachten gaan dus tijdens de koffie door mijn hoofd en bij lief L ook, maar dan op basis van alle boeken die hij tegelijkertijd leest. ‘Het wordt wel wat lastig om het overzicht te houden’, zegt hij. ‘Welkom in mijn wereld’, zeg ik. Ik heb er geeneens boeken voor nodig.

Ik vertel over het logboek dat ik in een agenda van 2024 ga bijhouden. Mijn motto voor het komend jaar wordt ‘omarm de chaos’. Om dit vol te kunnen houden wel wat structuur: elke dag 10 minuten meditatie, 10 maal squatten, 30 minuten wandelen en een paar regels in mijn logboek schrijven.

Verder zult U ons beiden kunnen vinden op het strijdtoneel, mijn lief wat beschaafder dan ik met mijn middelvinger.

We blijven elite en we blijven links. PVVNSCBBBVVD kan een grote waffel krijgen. Politiek op onze voorwaarden, en anders? Een middelvinger. De nette variant dan.

 

 

 

 

Afbeelding: Gabi, via Pixabay

Mannetje

Mannetje

Ergens loopt een vervelend mannetje rond. Dat mannetje was al een vervelend mannetje toen hij op school zat, zeggen klasgenoten. Vervelende mannetjes voelen zwakke plekken goed aan. Dus zo’n mannetje ziet later als hij groot is, de zwakke plekken van mens en maatschappij. En vooral hoe mannetje daar misbruik van moet maken. Voor zijn eigen lol.

De politiek is dan een prima plek voor zo’n mannetje. Mannetje voelt onvrede aan, mannetje heeft natuurlijk geen oplossing, alleen behoefte aan aandacht. Mannetje wil ook graag, net als vroeger, de lachers op zijn hand, dus mannetje zegt iets lulligs over een groep. En daarna over de mensen die daar verontwaardigd op reageren. En hij doet net of hij een gewone Nederlander is, wat dat ook moge zijn. Mannetje doet net of hij luistert naar gewone mensen, maar gewone mensen luisteren naar mannetje. Soms vinden ze wat hij zegt wel een beetje ver gaan, maar hij zegt het tenminste. Hij luistert tenminste. Maar mannetje luistert helemaal niet, zíj luisteren. Arme mensen.

Zo werkt populisme.

22 november 2023.

Het is het mannetje gelukt om 23 % van de stemmen te halen. Dat is veel voor een ondemocratische partij met een programma dat tegen de grondwet in gaat. Maar mannetje doet net of hij 100% heeft. Mannetje gaat nu Nederland aan de Nederlanders teruggeven. Huh? Gaat dit over migranten? Jazeker.

Nou sorry hoor, maar als ik zulke taal hoor uit de mond van een mannetje wiens voorouders toch echt migrant waren en dat mannetje is getrouwd met een vrouw die dat ook is, wat ik allemaal prima vind, maar dan denk ik toch dat mannetje even naar het begrip Nederlanderschap moet kijken.

Ik hoef Nederland trouwens helemaal niet terug, want het is mij niet afgepakt. Zelfs niet door mannetje. Al kreeg ik eerlijk gezegd woensdagavond wel zélf even migratieneigingen … Maar vervelende mannetjes en rot weer heb je overal.

Mannetje was ten behoeve van zijn campagne milder geworden, zei hij. Je moet maar durven: je eigen 18 jaar oude hatelijke en rechtsstatelijk onmogelijke programmapunten mild noemen, die loslaten en dat dan milder noemen en denken dat je mag regeren. Tuurlijk joh, geen probleem!

Dat het ‘t mannetje op 22 november gelukt is 23% van de kiezers tegen andere kiezers op te zetten, komt natuurlijk ergens door. Duiders vallen over elkaar heen met adviezen: zelfreflectie hier, zelfreflectie daar, beter verhaal hier, beter verhaal daar. Allemaal waar.

Nou, ik dan ook maar: hoe nemen we populisten de wind uit de zeilen? Komt ie: burgerberaad hier, burgerberaad daar. Daar leren we -met gespreksregels- naar elkáár te luisteren in plaats van naar het vervelende mannetje. Want heus, ook bij die 23% zitten burgers die redelijk kunnen nadenken, als ze de kans maar krijgen. Vervelend mannetje is gevaarlijk, maar zíj niet. Probéér het nou eens.

Vooralsnog zitten we met een gehavende parlementaire democratie. Iedereen die met mannetje wil regeren moet ‘over zijn schaduw heen stappen’, zei hij meteen. Ik hoorde mensen het hem al nazeggen, we zijn nogal bevattelijk. Thuis heb ik dan ook gezegd dat als ik begin te wauwelen over schaduwen en stappen, ze de dokter moeten bellen.

Want nee, mannetje, niks schaduw.

Wij willen niet over de rechtsstaat heen stappen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het B-woord

Het B-woord

Het B-woord

Twee jaar geleden twijfelde ik of mijn partij nog wel mijn partij was. Ik stemde al op een andere, die wél voor samenwerking stond. Als mijn partij dat zou afwijzen, overwoog ik dat hele versnipperde politieke landkaartje te…eh … versnipperen. En weg te gooien. Ik deed een beetje Zen en in die vlaag van geduld bleef ik lid. Een jaar geleden werd ik zelfs ook lid van die andere partij.

Samen nu de verkiezingen in om daarna de rommel van anderen op te ruimen is een fikse uitdaging. Voor mij is het dan weer een persoonlijke uitdaging om dat kiezersverlokkingscircus te doorstaan. En niet te vergeten de kiezers zelf, in de (sociale) media met hun speculaties en commentaar op peilingen. Gewone mensen die best aardig doen en gewone mensen die dat helemaal niet doen.

Omdat er nu een rijtje TK-politici suf gedraaid is vertrokken, wierp iemand in mijn RoodGroen appgroep (ja, ook ik) de waarom-vraag op. Woorden als strijdcultuur, verharding en werkdruk vielen. Vanwege dat laatste suggereerde ik: gooi om te beginnen die live-camera’s eruit! En geen ge-x (voorheen ge-twitter) tijdens debatten.

Na een stille verbijstering (paar minuten) werden de tegenwerpingen in de mobieltjes geklopt. Transparantie! Geen achterkamertjespolitiek! Bereikbaarheid voor fractieondersteuners! Alsof er geen kranten en journaals bestaan om het politieke nieuws te volgen. Alsof je na zo’n openbaar livedebat niet alsnog naar een achterkamertje zou kunnen gaan. Alsof ik mobieltjes helemáál wilde verbieden.

Ik realiseerde me opeens dat ik -ervaringsdeskundige op nagenoeg elk verslavingsgebied- hier te maken had met een handjevol politieke junkies die hun eigen behoeftes verdedigden. In het algemeen belang, jaja.

Het wordt tijd voor andere politiek. Maar ook voor andere burgers, misschien?

Ik zal het B-woord niet noemen, want dat wekt nogal eens wrevel op als duizend-dingen-doekje-dat-de-democratie-gaat-redden. Maar ik denk aan Nu is het aan ons en andere publicaties van Eva Rovers.

Ik zeg niks.

 

 

 

Papiertje

Papiertje

Papiertje

Terwijl ik, uitkijkend naar rode jassen, het pleintje in mijn dorp op liep, kwamen twee mensen op mij af met waarschijnlijk dezelfde missie als waarvoor ik kwam: politieke papiertjes uitdelen. Ik was even in verwarring over of ik het hunne zou aannemen: daar kwam ik vandaag toch niet voor, papiertjes aannemen, ik ging ze juist uitdelen!

Maar er was nóg iets. We zullen het nooit weten, want er waren geen andere partijen, maar zou ik daarvan wél een papiertje hebben aangenomen?

Afijn, ik deed het dus niet. Mijn politieke kleur is namelijk roodgroen en deze partij… nou ja, hun politiek leider, laat zich nogal bruinig uit. Ik zei dus nee dankjewel want ik ga het toch niet lezen. De toon voor een goed gesprek was -door mijn schuld- toen niet bepaald gezet, maar gelukkig ontstond er toch een joviaal gesprek van papiertjesuitdelers onder mekaar. Dat mijn kameraden er nog niet waren en zo.

We wensten elkaar succes en ik ging een eindje verder staan schuilen tegen het ongemak. Mijn rode kameraden kwamen gelukkig snel opdagen en er ontspon zich nu met zijn allen een respectvol maar warrig gesprek, aangegaan door de vrouwelijke volgeling van de bruinige leider. ‘Kunnen we de overheid nog wel vertrouwen, wat vinden jullie?’ Bam.

Ik mompelde gauw ja en één van de kameraden zei dat hij er werkte. Dus ook ja. We vroegen om voorbeelden en al gauw kwam ter sprake wat haar nog steeds dwars zat: de QR-code. Nou was dát nou toevallig iets waarover ik ook mijn bedenkingen had. Maar al gauw ging ze over op haar ervaringen met corona en vaccinaties en zo. Wat we daaruit moesten afleiden, kreeg ik niet mee, want het ging al weer verder over mondkapjes. Gelukkig hebben we Sywert van Lienden. Nagenoeg elke politieke kleur is het er wel over eens: een onbetrouwbare lamzak. We zeiden het daar op dat pleintje wat anders, natuurlijk. Maar een ingewikkeld verhaal over het nut van mondkapjes werd nu afgewend.

Eén van mijn kameraden, de overheidsdienaar, nam hun papiertje trouwens wél aan, vouwde het dubbel en stak het in zijn zak. Misschien voor later. Achteraf heb ik een beetje spijt: aannemen is natuurlijk veel aardiger én ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig wat er in hun papiertje staat.

We babbelden nog wat en de mannelijke volgeling van de bruinige leider vertelde dat hij de rode kameraad van mij kende, omdat ze samen in de gemeenteraad zaten en toen werd ik zomaar een beetje optimistisch. Vanwege dat samen. Nee, niet samen voor dezelfde partij, maar samen voor de gemeente. Samen komen we er misschien wel uit, als burgers.

Ik heb binnenkort weer papiertjesdienst. Misschien staan ze er weer, dan neem ik dat papiertje wél aan.

Alle papiertjes van alle partijen verdwijnen trouwens in de prullenbak.